Als meisje van 14 jaar werkt mevrouw van der Lelie, moeder van Herman van der Lelie, op het gordijnenatelier van Vroom en Dreesman in Leiden. Met die ervaring begint zij in 1956 met het maken van gordijnen voor een woninginrichter in Leiden. In 10 jaar tijd groeit het aantal woninginrichters waarvoor gewerkt wordt en zijn er inmiddels 8 mensen in dienst. De confectie gebeurt op dat moment nog steeds in huize van der Lelie, waarvoor de bovenste verdiepingen van het huis in een volledig atelier zijn veranderd en een verbinding naar het huis van de buren voor verdere uitbreiding zorgt. Herman van der Lelie senior verzorgt de techniek, bouwt eigenhandig aan hulpmiddelen zoals goederenliften en zoon Herman helpt mee.
Eind jaren 60 komen met een lockmachine en een blindzoommachine voor het eerst professionele naaimachines in huis. Met behulp van de machines gaat het werk sneller en wordt de kwaliteit van de confectie beter. Hiermee verschuift een uit de hand gelopen bijverdienste naar een professioneel confectieatelier. Herman krijgt in de bedrijfsvoering een steeds groter aandeel en regelmatig wordt de school gebeld of hij naar huis kan komen om machines te repareren.